GEVELBEKLEDING BOEIT EEN RUIM PUBLIEK

0p 5 februari organiseerde FAC haar eerste thema-avond van het nieuwe jaar. Meer dan 130 deelnemers zorgden voor een goed gevulde zaal in het Elewijt Center.

De grote belangstelling voor het onderwerp ‘Gevelbekleding’ is niet zo verwonderlijk. Facadegevels kennen de afgelopen 15 jaar een groeiend succes. Niet alleen in industriële, commerciële en kantoorgebouwen, hun toepassing zit ook in de residentiële woningbouw in de lift. Bovendien vergt de plaatsing van facadegevels grondige kennis en deskundigheid. Want soms loopt het fout. 

Ir. Otto Kettlitz van ‘Nieman-Kettlitz Gevel- en Dakadvies’  gaf onder het motto ‘Leren van anderen bespaart een hoop geld’ toelichting bij de verschillende oorzaken van fouten bij gevelbekleding. Het Nederlandse ingenieursbureau heeft heel wat ervaring terzake. Zo wordt het jaarlijks meer dan 200 keer ingeschakeld voor onderzoek naar klachten en schades. 

Facadegevels hebben een eenvoudige opbouw (binnenblad, de dragende constructie; een al dan niet gevulde spouw en gevelafwerkingselementen). De gangbare visie is dat de spouw moet worden geventileerd. Alleen als er in de spouw en zijn buitenzijde geen bufferende materialen zijn toegepast, bijvoorbeeld bij een metalen gevel, is het aangewezen de spouw niet te ventileren. In het andere geval kan men de spouw gewoon open laten. Belangrijk is dan wel dat de voegen tussen de gevelafwerkingselementen niet te veel water naar de spouw doorlaten. Een geheel afgesloten spouw wordt in principe afgeraden.

De kiem van een geslaagd gevelbekledingsproject wordt in de ontwerpfase gelegd. Architecten, opdrachtgevers en plaatsers moeten van bij het begin de juiste vragen stellen en hun beslissingen en keuzes afstemmen op de antwoorden. Welke functies moet de gevelafwerking bekleden? Wat is de verwachte bijdrage aan waterdichtheid, warmte-isolatie, energiehuishouding, brandveiligheid, geluidsisolatie, afschermen van licht/UV-straling, afscherming van ongedierte,…? Voldoen de achterliggende structuur en de gebruikte materialen aan alle eisen om de gevelbekleding probleemloos te plaatsen? Technische eisen en duurzaamheidsaspecten moeten in ieder geval steeds boven de esthetische wensen worden geplaatst, zo benadrukte Ir. Kettlitz.

Aan de hand van foto’s illustreerde de spreker de meest voorkomende fouten en schades bij gevelbekleding volgens vier categorieën: 1) het eindbeeld voldoet niet aan het verwachtingspatroon; 2) voortijdige aantasting van en gebreken aan materialen; 3) constructieve problemen en loskomende elementen; 4) lekkages.

Schuine, ongelijke lijnen in het gevelvlak; gebrekkig uitgevoerde hoekaanslutingen; kleurverschillen en onaangepaste materiaalkeuzes verklaren dikwijls waarom een facadegevel na plaatsing niet aan de (esthetische) verwachtingen beantwoordt. Hoe voorkomt men deze problemen? In eerste instantie door de technische haalbaarheid van het ontwerp vooraf grondig af te toetsen. Indrukwekkende ontwerpen op het plan blijken op de werf soms onrealistisch en heel moeilijk uitvoerbaar. Om verrassingen met kleuren te vermijden, is het aan te raden om referentiemonsters aan te vragen. Architect, constructeur en leverancier dragen ten slotte ook een grote verantwoordelijkheid inzake de materiaalkeuze en moeten voldoende communiceren over mogelijke afwijkingen of negatieve gevolgen bij een bepaalde keuze. Ir. Kettlitz haalde het voorbeeld aan van RVS dat van mat, met of zonder structuur, tot extreem glimmend wordt geleverd. Deze laatste variant weerspiegelt de omgeving en is daarom onmogelijk zonder een lichte vertekening te monteren. 

De voortijdige aantasting van materialen vormt de tweede groep van mogelijke schade bij gevelbekleding. Water en vocht zijn hier de grote boosdoeners. Water dat op horizontale vlakken blijft liggen, verstoort de patinavorming en veroorzaakt corrosie. Staand en ingedroogd vocht waarbij achterblijvend vuil niet wordt weggespoeld, creëert de meest ongunstige omstandigheden. Om dergelijke problemen te vermijden is niet alleen de kwaliteit, maar ook de nabewerking van het materiaal van belang. Hoe vlakker en gladder een oppervlak, hoe minder vuilaanhechting en kans op corrosie. Beitsen en electrolytisch polijsten verbeteren de vlakheid. De tweede bewerking geeft aan de kust de minste kans op corrosie maar versterkt anderzijds het spiegelend effect. Beitsen maakt het oppervlak dan weer donkerder.

Bij een gevelbekledingsproject is het cruciaal om de impact van de plaatsingsomgeving grondig te onderzoeken. Bevinden we ons aan de kust, in een stedelijk gebied? Is er water, industrie of een drukke verkeersroute in de buurt? Is er belasting door dieren of geen natuurlijke beregening? Het zijn allemaal omstandigheden die VMRG (De Vereniging Metalen Ramen en Gevelbranche) omschrijft als een ‘agressief milieu’. Dit betreft heel wat projecten. 

Het ontwerp zelf is ook bepalend voor de mogelijke aantasting van de materialen. De levensduur van gevel- en dakvlakken die onvoldoende worden gereinigd door regenwater (zoals de onder­zijde van een luifel) en van vlakken die langdurig blootstaan aan de inwerking van condens, kan substan­tieel korter zijn dan die van de overige gevel- en dakvlakken. 

Ook door een onzorgvuldige uitvoering van de werken, bijvoorbeeld door niet-afgeronde of afgebraamde knip-, zaag, boorkanten, kan corrosieve aantasting ontstaan. 

Een derde groep van problemen houdt verband met constructieve aspecten en loskomende elementen. Zo wordt algemeen aangenomen dat het gebruik van hout niet geschikt is als onderstructuur voor een facadegevel. Schroeven kunnen roesten, beschadigen de duurzaamheidslaag van het hout en doen het rotten, waardoor gevelpanelen uiteindelijk kunnen loskomen. 

De spreker haalde ook het voorbeeld aan van een gevel met puntvormige ruiten die met rubbers geklemd waren. Door de relaxatie van de rubbers zakten de ruiten na zes jaar naar beneden, met puntbelastingen op de hoek door het contact met de staalconstructie en breuk van het geharde glas tot gevolg. Een periodiek onderhoud, met het vastdraaien van de klemmen en/of de vervanging van de rubbers, had hier een oplossing kunnen bieden. 

De spreker rondde zijn uiteenzetting af met een aantal adviezen om lekkages (de vierde groep van problemen) te vermijden: geen enkelvoudige dichtingen; gepotdekselde en overlappende aansluitingen en afplakken van aansluitingen. 

Na de presentatie van Ir. Kettlitz maakte het publiek kennis met de activiteiten van Limeparts-Drooghmans en Lomax, met uiteenzettingen van Koen Vandersmissen, Sven Drooghmans en Marc Simons. Tijdens de daaropvolgende praktijkmarkt konden de deelnemers terecht bij drie FAC partners (Hilti, Tesa en Limeparts-Drooghmans) voor meer tekst en uitleg over hun producten en expertise. 

De talrijke opkomst op de thema-avond illustreert duidelijk de nood aan gedeelde kennis en ervaring over gevelbekleding. Daar wil FAC zich, onder meer via opleidingen en cursussen, verder voor inzetten.