Grote interesse voor de architectenopleiding van FAC EN NAV

Een kwalitatief gebouw ontwerpen en bouwen vergt vakkennis. De afgelopen decennia hebben de snel veranderende technologieën en strengere normen en reglementeringen inzake energie, milieu, veiligheid, …  de lat echter alsmaar hoger gelegd. Voor een vakman is het cruciaal om de evoluties en praktijkervaringen in zijn sector op de voet te volgen. Architecten staan zowaar voor een nog grotere uitdaging aangezien zij bij de les moeten blijven voor een ganse waaier van bouwspecialiteiten.

Om architecten bij deze zware opdracht te ondersteunen, organiseerden de Federatie Aluminium Constructeurs (FAC) en het Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) een opleiding over schrijnwerk en de toepassingsmogelijkheden van aluminium schrijnwerk in het bijzonder. De opleiding vond plaats in november en december op drie verschillende locaties in Vlaanderen en werd gevolgd door een praktijkmarkt waar aluminium schrijnwerk constructeurs hun projecten kwamen voorstellen en toelichten.

Professor Nathan Van Den Bossche, docent bouwtechniek aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur van Universiteit Gent, nam het eerste deel van de opleiding voor zijn rekening. Als expert lucht- en waterdichtheid van buitenschrijnwerk in de woningbouw belichtte hij aan de hand van theorie en praktijkgerichte voorbeelden concrete aandachtspunten voor het gebruik van aluminium schrijnwerk. Daarnaast kwamen ook labo- en praktijkresultaten rond lucht- en waterdichtheid van raamaansluitingen aan bod.

Er zijn heel wat normen en regelgevingen van toepassing op schrijnwerk. De voornaamste norm, NBN B25-002-1, wordt binnenkort aangepast. Zo komt er een nieuwe berekeningswijze voor de prestatieklassen van luchtdichtheid.  Daarvoor bepaalt men eerst de blootstellingsklasse op basis van windsnelheid,  ruwheidscategorie (kustgebied, platteland, landelijk gebied, voorstad – bos of stad) en hoogte van het gebouw. Uit de blootstellingsklasse (van W1 tot W8) leidt men vervolgens de vereiste prestaties van het schrijnwerk af. Aan de huidige vier bestaande klassen voor luchtdichtheid word binnenkort een nieuwe klasse toegevoegd. De meeste ramen in België voldoen momenteel aan de hoogste klasse 4. 

Professor Van Den Bossche benadrukte het belang van de afregeling van de opengaande delen van een raam voor de luchtdichtheid. Een perfect geplaatste vleugel staat op 0,1mm nauwkeurig gecentreerd ten opzichte van het raam. Een efficiënte controle voer je uit door een blad papier aan te brengen tussen het vaste kader en de vleugel. Als men bij het uittrekken van het papier een ongelijke of geen weerstand ondervindt, dan sluiten de rubbers niet goed af en is de luchtdichting onvoldoende.De luchtdichtheid is overigens ook belangrijk voor de akoestiek en kan een geluidsreductie van zo’n 6dB (Rw-waarde) opleveren.

Op het vlak van waterdichtheid hanteert België veel strengere normen dan andere landen. Dit zorgt ervoor dat buitenlandse constructeurs het moeilijk hebben om aan onze eisen te voldoen.

De voornaamste oorzaken van waterinfiltratie zijn een slechte afregeling van het beslag waardoor de dichting niet gelijkmatig wordt aangedrukt; een te korte glaslat waardoor er teveel luchtstroom is en water wordt meegeblazen; een gebrek aan sluitpunten, meestal aan de scharnierzijde; … En hoe contradictorisch het ook mag lijken; het aanbrengen van ontluchtings- en ontwateringsgaten verhoogt de waterdichtheid van het schrijnwerk. Testen hebben uitgewezen dat de combinatie van één ontwateringsgat en één ontluchtingsgat efficiënter is voor de waterdichtheid dan twee ontwateringsgaten.

Overigens is de waterdichtheid van raamaansluitingen makkelijker getekend op het plan dan uitgevoerd in weer en wind door de constructeur. Daarom is een “3D”schets een grote hulp om moeilijke bochten te simuleren. 

Na de presentatie van Professor Van Den Bossche, sprak Mark Vorsselmans, voorzitter van FAC, over de toepassingsmogelijkheden van aluminium schrijnwerk. In zijn betoog formuleerde hij een aantal adviezen voor architecten inzake aluminium schrijnwerk, gaande van ontwerp tot oplevering.

“Alu schrijnwerk is maatwerk. Ieder ontwerp is uniek en elk project is anders. Dat vraagt een professionele aanpak”, zo luidde zijn inleiding.  Hij moedigde zijn publiek aan om van bij het begin van het ontwerp te overleggen met een constructeur, die op basis van de praktijk kan meedenken, alternatieve oplossingen voorstellen en zelfs eventuele fouten vermijden.

Bij het overlopen van de voordelen van aluminium benadrukte Mark Vorsselmans de grote flexibiliteit van het materiaal waarbij aspecten zoals inbraakwerenheid, brandwering, geluidswering, kogel-en explosieweerstand gevoelig kunnen worden verhoogd zonder dat die de esthetiek negatief beïnvloed. 

Hij nodigde de architecten ook uit om de ‘FAC kwaliteitseisen’ in hun lastenboeken op te nemen. Die zijn verwerkt in het FAC Kwaliteitshandboek dat een onbetwist naslagwerk is geworden voor de inzake aluminium sector. Hierin vindt men informatie over de geldende normen en reglementeringen, over garanties en onderhoud, best practices. Bovendien wordt het boek regelmatig als referentie gebruikt bij discussies of klachten. 

Tot slot gaf de FAC-voorzitter, aan de hand van indrukwekkende foto’s een overzicht van de laatste nieuwe trends zoals ‘minimal windows’ met veel glas en weinig profiel; schuiframen met grote raampartijen en zelfs een verticaal schuifraam ; de ‘steel look’ ; en speciale constructies zoals pinot-deuren, vouwschuifdeuren en een  minimalistische gordijngevel met aanzichtsbreedte van slechts 35mm.  

De opleiding trok bijna 500 architecten aan. Een duidelijke blijk van grote interesse, die naar meer smaakt. Wordt vervolgd.